Geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 10u tot 17u. Gesloten op zon-en feestdagen.
Maandag op afspraak.
Bezoek ons op Techno Classica Essen / 3 april - 7 april 2024 !✨
Aarzel niet om ons te contacteren via e-mail: info@oldtimerfarm.be of bel het nummer +32 472 40 13 38
De jaren 1926 tot 1928 werden een keerpunt in de productie van Renault. De grote motoren verdwijnen geleidelijk en laten ruimte over voor meer functionele auto's. Tegelijkertijd maakt Renault van de gelegenheid gebruik om zijn assortiment te herzien en namen te geven aan zijn modellen, die niet langer alleen op basis van hun pk's worden genoemd. Zo verschijnen de Prima, Mona, Nova, Viva en Reina waarvan de naam wordt aangevuld met het aantal cilinders. Voor de meest luxueuze versies eindigt de naam bij Stella. De Mona wordt vervaardigd op het chassis van het NN-type. De MonaSix is de eerste middenklasse Renault uitgerust met een 6-cilinder motor. Maar als de motor van de VivaSix 3180 cm3 is, is die van de MonaSix slechts 1476 cm3, een zeer lage cilinderinhoud voor zo'n motor. De binnenafmetingen laten de achterpassagiers genieten van een groot comfort. Dit is de reden waarom het massaal wordt overgenomen door Parijse taxi's. Met de RY2 vindt er nog een grote verandering plaats bij Renault. De radiator bevindt zich niet meer aan de achterkant van de motor maar voor hem, wat leidt tot horizontale latten in het ventilatierooster. Er is strikt genomen geen ventilator, maar het vliegwiel is uitgerust met vinnen waardoor hij ook een rol speelt als ventilator, met een relatieve efficiëntie. In 1931 neemt de RY3 het over met kleine verbeteringen en vooral het nieuwe MonaQuatre zal de rol van populaire auto spelen.